Fietsen voorbij de horizon

Maand: oktober 2024 (Pagina 2 van 4)

Tempo

We hebben nog een kleine week om in Austin te komen. In de tussentijd willen we nog een uitstapje maken naar National Park Big Bend, in het zuiden van Texas. Het is een paar 100 kilometer omrijden, maar dan heb je ook wat. We hebben plannen om een flink aantal kilometers te maken, maar eerst bezoeken we al na drie kilometer rijden Fort Selden.

Een oude legerplaats in de Chihuahuan Desert, toen het wilde westen net na de burgeroorlog nog veroverd moest worden. Het zijn alleen nog wat oude ruïnes die er zijn overgebleven, maar het geeft wel een beeld hoe de soldaten toen geleefd hebben.

Daarna gaan op weg en rijden weer tussen woestijn en Pecanbomen door. We doen een poging om een stuurtas te kopen in Las Cruces. Het is een slecht functionerend model en knetterduur. We gaan nog wel eens elders op zoek.

Voor El Paso hakken we de knoop door. We draaien de I-10 op. We vermijden daardoor de drukte van El Paso en schieten lekker op met 80 mijl per uur. Veel missen we niet. Het is nog steeds woestijn en nog eens woestijn. Wie ons niet mist is de Border Patrol. We rijden zo de fuik in en mogen aansluiten in de file. De vrachtauto’s mogen doorrijden, maar alle personenauto’s worden gecontroleerd. Het laten zien van de paspoorten is niet voldoende. Gelukkig hebben we de ESTA’s uitgeprint. Na een laatste blik onder de fietsen (liggen er geen illegalen onder?) mogen we door.

Het wordt steeds minder druk. De route van de Southern Tier komt weer op ons pad. De fietsers moeten ook over de Interstate. Bij Van Horn passeren we weer een tijdgrens en slaan we af naar Hwy 90. Het is een lange rechte weg, met daar naast een spoorbaan naar Marfa, die ook door de fietsers moet worden afgelegd.

Geen boom of voorziening, behalve een overdekte rest area, te vinden onder de brandende zon gedurende 120 km. 

Marfa is een leuk plaatsje. Veel alternatieven wonen daar en het gaat er relaxed aan toe. De camping El Cosmico heeft ruim plaats voor ons tentje. Daarnaast verhuren ze beschilderde caravans en glamping tenten. Het toilet bevindt zich achter een canvas deurtje in de buitenlucht. Morgen nog een uurtje rijden naar Big Bend. We zijn lekker opgeschoten.

Stekels

We hebben ons ‘verslapen’. Gisteren zijn we de tijdzone gepasseerd waarbij de klok een uur vooruit sprong. Om half acht is de zon op terwijl we van half zeven uit zijn gegaan. Wat sneller dan anders ontbijten we en breken we het kamp op. We willen op tijd bij het Big Bend National Park zijn. Dat is ongeveer 190 km rijden vanaf Marfa. We rijden over hwy 118, een tweebaansweg waar je 75 mijl per uur (120 km per uur) mag rijden. Dat schiet lekker op. Er rijdt bijna niemand. We hebben al aardig wat desolate omgevingen gezien maar hier is echt niets te halen of te beleven.

Heel af en toe een hek aan de weg, een brievenbus of een terrein vol barakken en rotzooi. Er wonen blijkbaar wel mensen.

Big Bend National Park heeft deze naam gekregen omdat de rivier Rio Grande met een grote bocht door de bergen loopt. Dat is tevens de grens met Mexico. De rivier is momenteel smal en ook niet zo diep, zo lijkt het. Op deze manier is het niet moeilijk om vanuit Mexico de VS in te komen. Die gedachte is nog niet zo raar, want bij het verlaten van het park (er zijn maar twee grote ‘verkeersaders’ die naar het park gaan) rijden we de fuik in van de border patrol. Paspoorten en visa worden uitgebreid gecontroleerd en de auto geïnspecteerd.

Wij associëren ‘park’ met bomen en struiken, maar de Big Bend is een voortzetting van de woestijn. Er kan veel gewandeld worden. Met name in het najaar en de winter is dat erg in trek. Er zijn dan ook meer dieren te spotten. In de hitte komen die niet tevoorschijn.

We maken een wandeling over de Boquillas Canyon Trail naar de bedding van de Rio Grande. Het is eigenlijk een wandeling van niets, bijna 3 km heen en terug. Echter, het zweet stroomt van ons lichaam. Het advies om een liter water per persoon mee te nemen blijkt nog niet zo raar. De flessen zijn leeg als we bij de auto terug zijn. Blijkt het toch weer 36 graden te zijn.

We scoren nog wild, eerst een coyote en later een (gezadeld) paard. Deze blijkt van een Mexicaan te zijn die (al of niet legaal) kraaltjes en spiegeltjes staat te verkopen langs het pad.
Aan het einde van de middag rijden we weer richting de uitgang. Er is geen kampeerplaats beschikbaar. Het seizoen is nog niet echt begonnen gezien de hitte. Delen van de campings in het park zijn dan nog gesloten.
We vinden het geen groot probleem. Ondanks dat het park wel heel mooi is, zijn we ook wat verzadigd wat betreft woestijnen en stekels.
We rijden via de hwy 385 (ook 120 per uur) weer naar het Noorden. We komen uit bij Marathon waar een leuke camping is.
We hebben de tent opgezet op het gras, luchtbed en slaapzak er in.
Rondlopend merkt Johan dat er allemaal kleine stekels door de zolen van zijn slippers prikken. Soort ‘mini kraaienpoten’. Wat door een zool kan prikken gaat met gemak door een luchtbed!! Gelukkig hebben we daar nog niet op gelegen. We tillen de tent met inhoud naar een grindbak en kijken het grondzeil na. Ik vis er nog een aantal stekels uit die gelukkig nog niet door het zeil gekomen. Anders hadden we op zoek gemoeten naar een ander luchtbed. Het wordt tijd om naar een omgeving zonder stekeligheden te gaan.

Great Plains

Vandaag hebben we het makkelijk. Relaxed opstaan en ontbijten bij de tent. Daarna nemen we hwy 90 door de Great Plains en daar komen we niet meer af tot Del Rio. Great Plains is gewoon een ander woord voor woestijn met wat begroeiing. Soms een beetje meer begroeiing en soms wat minder. Het blijft warm/heet, stoffig en leeg.

Zo leeg dat we letterlijk maar om de vijf minuten een auto tegen komen. En langs de weg loopt de onvermijdelijke spoorbaan. Er is geen enkele radiozender te ontvangen, zelfs de evangelisten laten het afweten. Omdat er niet zo veel te zien is stoppen we bij enkele landmarks, bordjes met wetenswaardigheden over de geschiedenis of een spookdorp.

We krijgen info over ranches, brandmerken en watermolens. De plaatsen liggen zo ver uit elkaar dat het voor de treinen mogelijk was om het water voor de stoomlocomotieven bij te vullen. En we stoppen bij een enkele rest area, maar die zijn ook niet meer wat het geweest is. 

Wanneer we een heel klein vliegveld zien, slaan we af om te kijken wat er op zo een vliegveld te beleven valt.

Allereerst hebben we een Texas Ranger achter ons aan die toch wel even wil weten wat die vreemdelingen daar gaan doen. Wanneer hij hoort wat waarom we hier zijn is hij onder de indruk en wenst ons goede reis.

Er staat een klein vier persoons vliegtuig. Een man en een vrouw, hij zakenman en zij voormalig cheerleader van de Dallas Cowboys komen net uit het kantoortje van het vliegveld. Zij zijn de eigenaren van het vliegtuig en willen net vertrekken. We mogen in het vliegtuig kijken.

Hij heeft net zijn brevet en moet uren maken. Hij is reuze trots op zijn Piper die hij in januari heeft gekocht. Ze zijn, voor een weekendje uit, op reis van San Antonio naar de kust en hebben hier een tussenlanding gemaakt. De reden is vrij logisch, mevrouw moest naar het toilet. Kan ons ook overkomen in de auto.

Bij Langtry slaan we toch even af om het locale museum te zien. Het was het dorp van rechter Roy Bean, ‘The law west of the river Pecos’. Hij beheerde de kroeg en sprak er recht. Hij noemde de plaats naar zijn favoriete actrice Lilly Langtry. De kroeg is nog in authentieke staat te zien en daarnaast kunnen we genieten van en prachtig aangelegde cactustuin. Maar die kenden we al van onderweg.

Terug op hwy 90 karren we naar Del Rio. We bezoeken Nate’s Bicycle Shop. Eindelijk hopen we toch een stuurtas te vinden. Helaas die heeft hij niet. Nate schroeft het hele ophangmechanisme van de voortas uit elkaar, om te kijken of er nog iets te repareren valt. Helaas, het patent van Ortlieb is onherstelbaar. Nate kent nog een paar Nederlanders, een heet Van den Heuvel en de ander Jannie. Beiden zijn geen familie van ons. De service kost niets, we bedanken hem hartelijk voor de hulp. We kijken volgende week in Austin wel verder voor een stuurtas. Daar schijnt een dealer van Ortlieb te zijn. Het is ondertussen weer bloedheet op de Plains. Tijd om een koude motelkamer op te zoeken.

Groen

We nemen smallere tweebaans wegen door het veeteelt gebied van Texas. Direct buiten Del Rio neemt de begroeiing toe. Het ziet er groen uit, in plaats van het dorre grijs en geel van de afgelopen week. We zien meer en hogere struiken en ook komen we weer bomen tegen.

Langs de weg zien we ingangen naar de ranches. Het zijn enorme bedrijven met soms wel vier gates, die bijna een kilometer uit elkaar liggen. De weg kronkelt door het landschap en we gaan over drie passen. Af en toe steekt er een roadrunner (miep, miep) over, maar die zijn te snel om op de foto te zetten.

De onvermijdelijke border patrol staat ook op dit soort wegen, hoewel er nauwelijks verkeer is. De papieren zijn nog steeds in orde. We zien ook nog fietsers met bepakking, drie naar het oosten en een naar het westen. Dit zijn de wegen waarop we prima kunnen fietsen. De temperatuur gaat gelukkig iets omlaag en de vochtigheid omhoog. In de woestijn kwam de vochtigheid niet boven de twintig procent. 

Bij een picknickplaats staat een groep motorrijders die een dagje aan het toeren zijn door de bergen. Niet ongevaarlijk, de laatste 18 jaar zijn er 22 motorrijders omgekomen. Zij vragen of wij ook op een bike rijden. Op het antwoord dat we wel een bike hebben maar dan zonder motor. En overmorgen van Austin naar Florida gaan fietsen wordt ongelovig met de ogen gerold. Wij liever dan zij.

We naderen Austin, dus we hoeven geen grote afstanden te doen. Vroeg in de middag belanden we in Kerrville op een camping aan de Guadeloupe River. Heerlijk aan de rand van de rivier nestelen we ons met een boek tot het eind van de middag.

Ik maak, naar een recept van Gijs Middelkoop, de avondmaaltijd. Spaghetti, gekookt in gebonden kippensoep. Alleen wat aanvullen met water en na een kwartiertje staat de maaltijd op tafel. Het ziet er alleen wat minder groen uit dan de natuur van vandaag.

Laatste dag op vier wielen

Vandaag gelukkig de laatste dag in de auto. De woestijn is groter dan we van te voren hebben ingeschat. We nemen de scenic route (de fietsroute) richting Fredericksburg. Dit stadje is geliefd bij de toeristen. Vandaag is het er druk. Oorspronkelijk gesticht door Duitsers (de naam is een eerbetoon aan keizer Friedrich) en 20 procent van de inwoners schijnt nog een soort Duits te spreken. Downtown ziet het er leuk uit. Eigenlijk willen we snel door naar Austin zodat we voor sluitingstijd nog een paar fietszaken kunnen bekijken. Het probleem met Ariane haar fietstas is nog niet opgelost. 

We drinken op een terras cola met ijs en vermaken ons met het bekijken van de lokale bevolking. Uitgedost voor de zondagse lunch met diverse varianten aan cowboyhoeden, -laarzen en -jasjes, is het een kleurrijke bedoeling. Denk de country muziek er maar bij.

We nemen de hwy 290 naar Austin, dat gaat sneller dan de landweggetjes. Austin is een stad met bijna een miljoen mensen. Even slikken gezien de drukte van het verkeer. Er wordt flink aan de weg gewerkt dus stapvoets richting de fietswinkel. Wat is google maps toch een uitvinding!!

Bicycle stores in de VS (die wij bezocht hebben) worden gerund door hipsters (denk er de knotjes en baarden bij). Mooie fietsen en outfits maar niet de benodigde Ortlieb kabel om de houder te kunnen maken. Zelfs niet als ze als dealer te boek staan op de site van Ortlieb. De hipster monteur van Dogspeed cycles doet zijn best. Hij probeert nog iets met boren en een remkabel maar helaas. Hij heeft ook geen andere houder. Hij kan wel wat bestellen maar dat duurt minimaal een aantal dagen en zelfs dat is niet duidelijk. Bij een Trek fietsenzaak vinden we een klein tasje die op het frame past. Past precies haar telefoon in en zonnebrand. De oude stuurtas vullen we op met gereedschap en gaat zolang in de tas aan het voorwiel. Zo houden we toch nog wat ruimte over om eten mee te nemen. We bestellen een nieuwe kabel of houder bij de Ortlieb leverancier in de VS. Het plan is om het dan te laten versturen naar een fietsenwinkel waar wij over 1 – 2 weken langs komen. Dat is een klusje voor een dezer dagen. Maar voorlopig kunnen we even vooruit. Vanuit de hitte (38 graden) rijden we van Austin naar het McKinney Falls State Park. Heerlijk uit de drukte! Helaas is de camping vol geboekt. De ranger vertelt dat het park zeer populair is in Texas en vijf maanden vooruit al vol geboekt is door kampeerders. Een andere camping waar ook tentplaatsen zijn is (maar) 40 km verderop. Daar hebben we geen zin meer in. Booking biedt uitkomst. Super 8 hotel is in de buurt. Blijkt aan de fietsroute te liggen en in de buurt van het vliegveld waar we morgen de auto in moeten leveren. Vanavond nog een beetje de auto schoon maken. In twee weken tijd is er een aardige stoflaag gevormd en de automat knerst van de steentjes. We halen er nog twee plastic draagtassen met papiertjes, folders en lege flesjes uit. Morgen weer heerlijk basic op de fiets, op twee wielen met bagage.

Genieten

Na twee weken overmacht vanwege de hitte zitten we eindelijk weer op de fiets. Voordat het zover is hebben we nog een klusje te doen. De huurauto moet ingeleverd worden. Dat gaat erg soepel op het vliegveld van Austin. Alleen met de fiets weer van het vliegveld geraken is een poging tot zelfmoord. Daarom maar terug met een taxi naar het hotel.

Vanaf het hotel rijden we direct op de Southern Tier, onze route tot Florida. Brede wegen met een bike lane er naast leiden ons de stad uit. We komen langs het Circuit of the Americas. Daar gaat Max Verstappen komen weekend een nieuwe overwinning pakken in de F1. Het belooft knetter druk te worden in de stad.

Na het circuit worden de wegen smaller en rustiger. Met windje meestal in de rug fietsen we door het glooiende landschap.

Er ligt ongelooflijk veel rotzooi op de weg. Degene die de weg hebben geadopteerd hebben nog veel werk te doen. Ook herkennen we weer de geur van roadkill. Alhoewel aan de geur nog niet de diersoort is te herkennen.

Rond het middaguur is de temperatuur al zo opgelopen dat het tijd wordt om te gaan stoppen. Vanaf woensdag wordt een koufront verwacht, het kwik komt niet hoger dan 25 graden. We vinden een aftandse camping even voor Bastrop. Met een sigarenstompje op een kocher in zijn mond worden we verwelkomd door de oude campingbaas. Na de formaliteiten, met 10 dollar korting, brengt hij ons naar een terrein een paar 100 meter achter de campers.

Als we aankomen staat een ree ons aan te kijken door de struiken. De campingbaas waarschuwt nog voor copperheads. Andere grote slangen hoeven we ons niets van aan te trekken, die zijn niet giftig. En ratelslangen komen hier bijna niet voor. Hij had er het afgelopen jaar maar drie dood gemaakt. Eten wel opbergen, want er lopen ook nog wasberen rond.

Het water komt uit een slang als we aan de andere kant van het bosje de kraan open zetten. Daar is ook de douche, met warm water. Wij redden ons wel. We genieten weer.

Douchecabine

Bespied

In de ochtendschemering zitten we stil aan het ontbijt. De krekels, die de hele nacht tekeer zijn gegaan, zijn al stil. Tussen de struiken staren zes paar ogen ons aan. Als we even bewegen zijn ze weer uit beeld. Even later zijn ze weer terug en komen zes reëen achter de struiken vandaan. Heel alert kijken ze na elke hap eten weer op. Er kan elk moment een coyote of een bobcat opduiken. En de aanwezige toeristen zijn natuurlijk ook niet te vertrouwen. Het is fantastisch om te zien, maar we zitten niet voor niets zo vroeg aan het ontbijt. Vandaag knalt de temperatuur weer met drie graden per uur omhoog. We gaan vroeg op pad om de hitte voor te blijven.

Na een uurtje highway door de Texaanse landerijen bereiken we Bastrop State Park. Daar kunnen we tegen betaling door heen naar het aangrenzende Buescher State Park.

Het is heerlijk rustig op het landelijke weggetje. Er komt een aankondiging voor een overlook point. Dat hebben we geweten. Het is de eerste van een serie heuveltjes van 8 – 14 procent.

Ondertussen doet de zon zijn martelende werk. De ingeslagen koude cola helpt ons er door heen. Net na de middag bereiken we onze volgende camping.

We hebben weer een kolossale plaats voor ons tweeën. Nu maar afwachten of er nog ogen op ons gericht worden.

Koufront

Texas heeft te maken met een koufront. Gisteren werden we nog geteisterd door 37 graden. Vannacht begon het te waaien. Het koufront kwam opzetten. Nu is dat voor ons niet erg. Fietsen bij 24 graden is prima. We hebben alleen de pech dat de wind uit het noordoosten komt. Dus de hele dag windkracht vijf op de kop. Toch is dit beter vol te houden dan de hitte.

We scoren bij het verlaten van het State Park nog enkele blikken cola. Dat is nodig want er zijn tot aan Round Top (en niet Up zoals ik eerst dacht) geen voorzieningen. Er staan wel twee eetgelegenheden op de kaart, maar die zijn zoals vaker in dit land gesloten.

We fietsen weer door glooiend boeren landschap.

De opritten naar de farms zijn lang. De wegen zijn stil. Het is hier Trump-land. We hebben de hele dag geen enkel bord voor Harris gezien. Pro-live, vrijheid van wapens en godsdienst zijn de leuzen. Vreemde combinatie. Overigens zijn ze ook tegen windmolens.

We gaan ons kamp opslaan in Round Top, een gehucht met 89 inwoners. Als we in het dorp aankomen kunnen we onze ogen niet geloven. De jaarlijkse antique & vintage fair wordt hier gehouden. Het is de grootste fair in de staat Texas en duurt twee weken.

We kunnen over de hoofden lopen van de cowboys en opgedirkte cowgirls. Rijen auto’s rollen door het dorp.

Voor twee fietsers is er dan geen plaats. Het is al halverwege de middag. En mogelijk is er tien mijl verder een RV camping die nog plaats heeft. We bellen voor de zekerheid, maar het advies is om via de website te reserveren. Als we aankomen is er nog één tentplek over. Dat is genoeg. Als we ingecheckt hebben krijgen we een biertje mee voor bij de tent. De campingbaas vindt het daar nog niet te koud voor.


Westbounder

We wijken wat van de route af omdat de camping in Carmine te ver van de Southern Tier af ligt. We nemen vanaf het dorp de hwy 290 richting Burton. Het is een vierbaans snelweg met een brede vluchtstrook. De auto’s denderen met 120 km/u langs ons. Toch voelt dat veiliger dan een tweebaans weg met 20 cm asfalt buiten de witte lijnen, waar we gisteren op reden.

In Burton is een historische ginfabriek. De gin wordt geproduceerd van katoen. We houden er ook onze eerste pauze. Een fietser komt vanaf de andere kant langs ons terras. Het is Chase, een jongeman die zijn baan heeft opgezegd en nu de Southern Tier fietst. Hij rijdt grote afstanden, bijna altijd meer dan 100 km per dag. Hij reist van de oostkust naar de westkust, een zogenaamde westbounder.

Hij is vanaf Florida pas 20 dagen onderweg, samen met zijn hond. Als het kan loopt de hond naast hem mee, altijd aangelijnd. En anders gaat hij in de aanhangwagen achter zijn fiets. Wij zijn de eerste fietsers die hij tegen komt op zijn route. Dat zullen er niet veel meer worden, want wij hebben er tijdens onze autotocht ook weinig gezien. We zitten een tijd te kletsen, dat is ook wel eens leuk.

Daarna nemen we afscheid en vervolgen via de Texas Independance Trail onze weg door het boerenland van Texas, of moet ik ranchesland zeggen.

De hele route zien we om de mijl lange opritten naar gigantische woningen. Stallen en schuren zien we niet, die staan waarschijnlijk verder op in het land. Elke ranch is omgeven door hekken, zodat het vee niet kan ontsnappen.

Voor de toeristen zijn er soms nog wat nostalgische woningen, zodat we gelukkig nog wat afwisseling hebben.

We eindigen in Navasota, eindelijk weer een plaats met voorzieningen en een leuk centrum. Na drie dagen in de tent nemen we maar weer eens een hotel. Deze keer krijgen we fietsers korting.

Navasota, TX

Emergency site only

Het voordeel van een motel is dat je vroeg weg kan. Wanneer het nog donker is ontbijten we met cerials en een zelf gebakken waffle met syrup in het motel. We hebben een reden om vroeg op pad te gaan. We willen in een State Park overnachten. De organisatie is ondoorgrondelijk bureaucratisch. We kunnen uiterlijk 48 uur van te voren reserveren via recreation.gov. Telefonisch informeren heeft geen zin, zeggen ze op het antwoordapparaat. Chase heeft de voorgaande nacht in hetzelfde State Park geslapen. Dat kunnen we zien op zijn Strava. Op de site zien we dat alle plaatsen van de camping al zijn gereserveerd (R). Op één plek staat FF, ofwel First come, First service. Het weekend begint, als we vroeg zijn maken we misschien kans op dat ene plekje. 

We rijden vanuit Navasota eerst op de drukke highway 90 met brede vluchtstrook. Dat gaat prima, maar na 15 km zijn we horendol van het geraas van de banden over het wegdek. Daarna komen we weer in rustig glooiend landschap en rijden we over Farm-to-Market Road 2819 (FM 2819).

Na Richards komen we in de bossen van Sam Houston National Forest.

Daarin ligt Lake Conroe (pas op voor alligators), waaraan de camping Cagle Recreation Area ligt. De toegangspoort is onbemand. We kunnen entree achter laten in een envelop. Verdere informatie is te verkrijgen bij een van de vrijwilligers op de camping. Voor dat we geld in de envelop stoppen, toch maar even vragen of er plaats is. We komen bij een gepensioneerd stel uit die het beheer doen. Daarvoor mogen zij gratis op de camping staan. Dat doen ze nu zes jaar.

Hun campingplekje ziet er dan ook uit als de uitdragerij van Malle Pietje. Helaas is de FF plek al vergeven. Wij zijn de derde vandaag die komen vragen. Ze overleggen met elkaar. Verstaan kunnen we het nauwelijks, het accent heeft nog het meeste weg van de moeder van Sheldon Cooper. We zouden kunnen staan op een plek waarvan de eigenaar er niet is, of eigenlijk niet. Uiteindelijk bieden ze de plek naast hen aan. Die is nog vrij voor noodgevallen. Kennelijk zien wij er zo uit. Het envelopje kan gevuld worden.

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2025 Trap voor trap

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑

Translate »