Fietsen voorbij de horizon

Maand: november 2024 (Pagina 2 van 3)

Nog wat te repareren

De plannen voor vandaag zijn wat gewijzigd. We hebben gereserveerd op een camping bij Newnans Lake. De enige camping die op de route ligt en op een acceptabele afstand ligt. Er komt voor komende nacht een enorme regenbui op ons af. Dat zien we niet zo zitten. Daarom gaan we maar tot Gainesville. Een kort ritje en daardoor heb ik tijd om de standaard van Ariane haar fiets te repareren. Het eerstvolgende dorp High Springs heeft een fietsenzaak met de indrukwekkende naam Santa Fe Bicycle Outfitters. Als we er voor staan blijkt deze permanent gesloten te zijn. Als we het oude historische dorp uitrijden is het tien uur en tijd voor de dagelijkse foto. We staan precies voor de autogarage van Jim Douglas, Sales and Service – Your service dealer. Die wil ons wel helpen. Het boutje is binnen een mum van tijd met een grote waterpomptang uit het frame gedraaid en het moertje is ook zo los van de afgebroken bout. Gelukkig heb ik een reserve boutje bij me. De standaard wordt goed vastgedraaid en dat probleem is weer verholpen. 

Een ander probleem is de tent. Er zit een scheur in de korte dwarsliggende tentstok. Hoe lang deze het nog vol houdt is de vraag. De stokken zijn voor vertrek door de importeur hersteld en voorzien van nieuwe elastieken, maar dit is al de tweede keer dat een stok kapot gaat. Met een reserve buisje om de stok kunnen we de deze nog gebruiken.

We fietsen weer door het welbekende glooiende landschap. We zien een bord Springs Protection Area met een duiker er op. Geen idee wat die duiker daar te zoeken heeft. Als we dichter bij Gainesville komen zien we ook weer de kapitale villawijken verschijnen. Deze hebben een eigen ingang, meestal met een muur om de wijk. Zit men lekker veilig bij elkaar.

We zijn vroeg in Gainesville. Tijd om nog even te wandelen door de stad. Ik zie op de kaart dat er een Tom Petty Park is. Hij komt uit Gainesville. Door vervallen buurten, met wat zwervers en rondhangende figuren en muurschilders komen we bij het park.

Dat valt tegen. Bij de ingang staat een bord met zijn foto en dat is het. Geen nadere toelichting of een standbeeld. Het begint te schemeren, tijd om maar terug te gaan. Gainesville is wel leuk, maar als het donker is moet je binnen zijn.

Een stukje naar het zuiden

Onze tocht gaat van west naar oost. Toch gaan we vandaag naar het zuiden. We moeten op de een of andere manier nog over de Saint Johns River zien te komen. Die zwem je niet zo maar over. We kunnen er over bij Palatka. Dat ligt een stukje zuidelijker ten opzichte van waar we ons nu bevinden. We rijden vroeg in de ochtend weer door het platteland. Er is weinig verkeer op de weg. We komen maar door een dorpje vandaag. In Wellborn willen we onze voorraden aanvullen.

Zal je altijd weer zien, sinds 21 oktober is de weg naar het dorp wegens werkzaamheden afgesloten. Dat wordt omrijden.

Gelukkig komen we 10 kilometer later wel in het dorp uit. Het doet qua uitstraling wat aan het wilde westen denken.

En er is een Dollar General. De tassen kunnen worden gevuld. De rest van de route is er geen mogelijkheid om eten en drinken te kopen. We komen nog wel wat State Parken tegen. De rest zien we bomen, weilanden en vee. We zien voor het eerst wat varkens.

Tussen de middag eten we in het Ichetucknee Springs State Park ons boterhammetje. De gieren hebben hun eigen lunch. Die doen zich te goed aan een ree langs de kant van de weg.

Tot onze verrassing ligt er richting onze camping een fietspad langs de weg.

Het doet Hollands aan. Zelfs met paal in het midden van het pad.

We rijden naast elkaar en hoeven niet continue in onze spiegel te kijken of er auto’s aan komen. Wat een rustig gevoel. Opeens zie ik in de wal langs het fietspad iets bewegen. Het blijkt een schildpad te zijn die zich terug in zijn hol trekt voor een paar nomaden.

Ik ben ingeschreven als member bij Florida State Parks. Dat is makkelijk, ik kan nu digitaal reserveren (als er plek is) en ben van een heleboel administratief gedoe af. Bij O’Leno State Park staat de ranger aan de poort. Ik noem mijn naam en zij geeft mij een papier met de regels van de camping en mijn naam er op. Daarna kan ik doorrijden. Voor de avond schaffen we een zak hout aan. Die kunnen we in de fik steken. Hebben we het lekker warm. Ook al zakken we af naar het zuiden, de avonden zijn best koud.

Zondag, kerkendag

Het is zondag vandaag. De route die we gaan nemen voorspelt weinig spectaculairs. Beetje door het achterland fietsen over een licht glooiend wegdek. Het lijkt ons daarom een goed idee om eindelijk eens alle kerken die we onderweg passeren op de foto te zetten. Daar hebben we het al weken over, maar het komt er niet van. We verbazen ons in dit land over de grote hoeveelheid kerken die er zijn met hun verschillende stromingen. Toepasselijk onderwerp vandaag, zo denken we. Via een achterafweggetje komen we het plaatsje Lee (352 inwoners) binnen rijden. Bij de kruising, midden in het dorp, staan twee kerken. Dat begint goed denken we.

Na de fotoshoot gaan we definitief de US 90 af en komen op country roads. Daar is het zeer rustig rijden. We kunnen grotendeels naast elkaar rijden, af en toe passeert er een auto. We rijden via de CR132 , CR136a, CR136 en CR137 richting ons hotel. Behalve dat er vrijwel geen verkeer is, is er ook zeer weinig bewoning en al helemaal geen kerken. Zal je net zien. Wel de nodige aankondigingen er van. Dan zetten we die maar op de foto. We hadden beter kunnen kiezen voor het thema ‘stormschade’.

We zien bijna geen onbeschadigde daken of carports. Veel glasschade en omgewaaide bomen. Vlak voor Lee is er een groot terrein afgezet en er staat een knots van een paviljoen tent. Er blijkt een driedaagse inzamelingsactie te zijn van zowel geld als goederen voor de mensen die schade ten gevolgen van de orkanen hebben geleden. Zowel Helena als Milton hebben hier huis gehouden.

Het is verder een heerlijke fietsdag. We hebben er mooi weer bij. De omgeving is niet spectaculair maar wel mooi.

Langs de spoorlijn zien we een enorme loods met silo’s en containers. Het is het bedrijf van Birdsong Peanuts. Ik lees op internet dat de door boeren geleverde pinda’s daar schoongemaakt en gedroogd worden. Nadien gaan ze op transport naar andere bedrijven die er o.a pindakaas en borrelnootjes van maken. Even later zien we de eerste velden met pinda planten. Het zijn laatbloeiers denk ik, want de oogsttijd is in september-oktober.

Ook zien we kilometers productiebos, met voornamelijk naaldbomen.

Het hotel ligt min of meer naast de Interstate 75 en het valt onder White Springs. We zijn er lekker op tijd en relaxen aan de pool totdat de zon onder gaat.

Uiteindelijk hebben we vandaag vier kerken gezien. Een absoluut laagterecord op deze reis. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk.

Milton

Onze buren, de jagers, vertrekken al om half vijf. Een half uur voor zonsopgang willen ze schietklaar op de jachtvelden zijn. Ik draai me nog even om en word wakker bij zonsopkomst. De kampeerspullen gaan kleddernat, van de dauw, de tas in. Het is fris en de zon schijnt volop. Heerlijk fietsweer. We gaan via binnendoor weggetjes weer naar de oorspronkelijke route. Google helpt daarbij, maar wanneer we kilometers over een zandpad met de naam Turkey Scratch Road moeten rijden draaien we toch maar om.

Onderweg zien we de schade die hurricane Milton enige weken gelden heeft aangericht. Er zijn nog al wat bomen om gegaan. Al het hout wat op de weg terecht is gekomen is al in stukken gezaagd. Er is genoeg voor de open haard en een kampvuurtje. Ook de bossen staan vol met water, maar die zijn van zichzelf al moerassig.

In Greenville lunchen we in het plaatselijke parkje bij een standbeeld van Ray Charles. Hij is in dit dorp opgegroeid.

Vanaf Greenville rijden we weer op de US 90. Een terugkerend fenomeen. Eigenlijk willen we er niet meer op rijden vanwege het drukke verkeer, maar tot onze verrassing is het niet drukker dan op de backroads die we vandaag hebben gefietst. Het rijdt een paar kilometer wel lekker en dan komt er een stuk van ruim 20 kilometer waar de vluchtstrook is gefreesd. Dan weten we weer waarom we een haat-liefde verhouding hebben met deze weg.

Courthouse Madison, FL

De meeste dorpen hebben nog maar weinig voorzieningen. Dat komt omdat de I-10 op enige kilometers van deze dorpen ligt. De bedrijvigheid is nu bij de op- en afritten gesitueerd. Zo ook onze camping. Vandaar dat we vanaf Maddison nog tien kilometer naar het zuiden fietsen. De camping heeft de beste tijd gehad. Er staan wat campers waar mensen permanent in wonen. De gebouwen hebben te lijden gehad van de storm. Deuren en ramen van het sanitair gebouw zijn kapot. Wij mogen bij de shelter staan. Daar is de helft van het dak afgewaaid. 

Maar de ouderdom ligt niet alleen aan de storm. Het onderhoud laat te wensen over. Het water van de douche is koud en als ik klaar ben met wassen klimt er een pad uit het doucheputje. Ik noem hem Milton.

Plantage

De regenwolken zijn helemaal weggetrokken vannacht. We rijden weg in een lekker zonnetje. Wel is de wind gedraaid naar het Noorden. We moeten een trui en jas er bij aan want het is ook beduidend koeler geworden. We fietsen naar Tallahassee, dit blijkt de hoofdstad van Florida te zijn. Veel verkeer in eerste instantie maar dan worden we over de campus geleid van de Florida State University. Deze staat in de top 25 van grootste universiteiten in de VS. De campus is vrijwel autovrij en het is er leuk fietsen tussen de studenten en gebouwen. Vanaf de campus fietsen we wat zigzaggend door verschillende stadsdelen richting het ‘Goodwood Museum and Gardens’. Dit is een voormalige plantage die te bezichtigen is. Deze is 190 jaar geleden gebouwd buiten de stad met 1000 hectare mais, katoen, tabak. Later werd dat zelfs 4000 hectare aan gewassen. De laatste decennia heeft de stad zich er omheen gebouwd. De plantage is bewaard gebleven en verhuurt zich ook voor bruiloften en andere feesten.

We komen om 9.45 uur het terrein op fietsen. Voordat we deze gestald hebben worden we welkom geheten door Bill, de gids/vrijwilliger die vandaag ‘dienst’ heeft. We zijn welkom voor de rondleiding van 10 uur. We blijken ook de enige bezoekers op dat moment en krijgen een privé rondleiding door twee gidsen. Ze weten beiden heel veel en wij kunnen vragen wat we willen. We horen alles over de voormalige eigenaren en hun families maar ook over de tot slaaf gemaakten.

Erg leuk om door het mooie huis te lopen. De gids is erg trots op alles wat er in ‘staat en hangt’ en terecht ook wel. Om twaalf uur ‘mogen’ we er weer uit.

Dat is een klein nadeel van de gidsen/vrijwilligers die we tot nu toe tegen komen in dit land; ze horen zichzelf ook erg graag praten en nemen er dus de tijd voor.

Inmiddels hebben we trek (we hebben door al die cultuur onze second breakfast overgeslagen) en gaan picknicken op het daar voor bedoelde veldje. Na de boterhammen moet er weer gefietst worden. We moeten eerst de stad uitkomen. Dat gaat grotendeels over de stoep.

Wanneer we de stad uit zijn kunnen we over kleine binnenwegen naar de camping fietsen. Het is wel wat doortrappen willen we er voor donker zijn. De heuvels zijn er weer, maar we hebben gunstiger wind.

Om half zes zijn we bij de camping. Daar breekt de standaard af van Ariane haar fiets. Beide bouten zijn doormidden. Een kan ik verwijderen en vervangen. Ik heb reserve boutjes bij mij. De andere blijft halverwege steken en krijg ik met geen mogelijkheid los bij gebrek aan gereedschap. De camping ligt ten zuidwesten van Monticello, op het platteland. De interstate 10 ligt op nog geen 100 meter van onze camping vandaan en we horen continu het geraas van het verkeer. Naast ons staat een afdakje waar we kunnen koken en daarnaast staat een tent waar niemand is.  Later op de avond, het is allang donker komt er een pickup baar de tent rijden.

Het zijn twee jagers, Chris en Robert. We kletsen de hele avond met hen. Zij zijn hier voor de hertenjacht. Een van hen heeft 40 jaar geleden bijna dezelfde fietstocht gemaakt als wij. Eveneens heeft hij lang een fietsenzaak gehad. Hij heeft ook niet het juiste gereedschap bij zich om het boutje te verwijderen. Dan is er genoeg te kletsen, en niet alleen over plantages.

Lamp voor gas en electriciteit

Heuveltje op, heuveltje af

Het is nog even wennen aan de nieuwe tijd. We staan altijd bij zonsopkomst op en dan blijkt het al een uur later te zijn. Het is later op de gps, maar de telefoon heeft zich nog niet aangepast. We leven tussen twee tijdzones in. Omdat we niet ver van de rivier staan mogen we meteen vanaf onze campingplaats klimmen. Tien procent omhoog bij een koude start helpt om warm te worden. Gisterenavond hebben we onze tas leeg gegeten, daarom slaan we meteen weer voorraad in bij Dollar General. We weten nooit waar we uitkomen.

Deze keer geen US 90, maar leuke achteraf weggetjes met weinig verkeer. We gaan eerst over de Hardaway hwy naar Gretna voor de eerste koffiestop met muffin.

Vandaar gaan we over de Solomon Dairy Rd naar Quincy, het eerste welvarende plaatsje wat we tegen komen in de Panhandle. Intussen is het gaan regenen. Niet keihard, maar hard genoeg om de regenjas aan te trekken. Aan de rand van Quincy vinden we een park waar we kunnen schuilen voor de lunch. Het blijkt het afdak te zijn van het locale openbare toilet. Na mijn bezoek daaraan geef ik Ariane het advies om er maar niet binnen te gaan.

Het blijft regenen, maar dat is op deze rustige wegen wel vol te houden. De benen houden zich goed ondanks de eindeloze hoeveelheid heuvels.

Via de High Bridge Rd belanden we in Midway. Het is als plaats nauwelijks te herkennen, maar het heeft een kruising en een benzinestation. We kruizen de US 90 en het is de bedoeling om daarover naar Tallahassee te gaan. Dat klinkt wel mooi ‘van Chattahoochee naar Tallahassee’. Het regent weer flink en op de drukke vierbaansweg is het zicht slecht en er is maar een smalle vluchtstrook. Dat zie ik niet zitten om in dat weer nog door te fietsen. Gelukkig heeft Midway ook een motel.

Op het parkeerterrein van het motel staat Bill met zijn moerasboot. Hij heeft een bedrijfje voor de bestrijding van invasieve non-native planten, die groeien in de waterwegen van dit gebied. Als er niets aan gedaan wordt komt er binnen de kortste keren geen boot meer door de vaarwegen. Leuk om hem gesproken te hebben. Voor de rest van de dag geen heuvels meer. Morgen zijn ze er ook nog.


Naar Chattahoochee

We doen eens wat anders vanochtend. We gaan een kleine hike doen. We verblijven in een State Park en gisteren hebben we op het ritje heen en weer van de campsite naar het kantoor verder niets gezien van het park. Niet ver van de camping begint een trail met en korte omloop, de Sinkhole Trail, en een wat langere omloop, de River Trail. Deze loopt langs de Chipola River. Uiteraard zijn we weer op zoek naar alligators, die komen hier bij bosjes voor volgens de bordjes.

Het is een saai pad tussen de bomen en struiken door totdat we bijna rond zijn. We komen uit bij een overlook en zien alsnog de rivier, maar geen alligators.

Helaas laat mijn fotocamera het afweten. De zoomfunctie deed al vreemd, maar nu doet autofocus het ook niet meer. Het beeld blijft zwart. Dat wordt behelpen met mijn telefoon. Daarnaast heb ik mijn e-book in het hotel laten liggen. Gelukkig sturen ze deze na. Die kan ik ophalen in Saint Augustine.

We schakelen weer over op fiets-modus. Via wat leuke backroads komen we bij Blue Springs Recreational Area in Jackson County. Daar willen we pauzeren. Zoals het ons wel vaker overkomt is het gesloten. Voor het hek verorberen we onze banaan en spoelen deze weg met cola. Het kan niet anders of we komen weer op US 90. Dit keer bij Grand Ridge, een gehucht rondom een kruising. De forse tegenwind maakt hongerig. Gelukkig heeft het benzine station warme sandwiches.

Er is weer van alles gesloten onderweg. De plaatselijke gevangenis, of Apalachee Correctional Institution, zoals ze het hier noemen, zit (gelukkig) dicht.

En ook naar de, als bezienswaardigheid aangekondigde, Woodruf Dam is de weg afgesloten. Deze dam reguleert de watertoevoer vanuit Lake Seminole naar de Apalachicola River.

We kunnen nog net langs het hek en hebben even later een mooi uitzicht over het meer. Ondertussen worden we begroet door een kat zonder staart.

Daarna passeren we de rivier en hebben we nog maar zes uurtjes tijdsverschil met Nederland. We staan op de dorpscamping, welke ik heb gereserveerd via het gemeentehuis. Ik denk dat mijn telefoonkosten, vanwege de bureaucratie, voor de reservering hoger zijn dan het tarief voor de camping. 

Maar bij aankomst worden we hartelijk ontvangen door Willie, de campinghost. Hij vindt het prachtig dat er fietsers komen uit Nederland. Eergisteren waren er nog een moeder en dochter op de fiets, maar die waren ‘Dutch’. Hij heeft altijd een plek vrij voor fietsers. We huizen onder een prachtige shelter. Voor de opkomende regen staan we in ieder geval droog. Vanwege de naam Chattahoochee wilde ik hier naar toe. Dat pakt heel goed uit. 

US 90

Vandaag hebben we de ‘etappe’ DeFuniak Springs-Marianna, totaal een dikke 90 kilometer. Een kaart hebben we eigenlijk niet nodig want we rijden de hele dag over de US 90. We starten in het centrum van DeFuniak Springs, een erg leuk stadje. De historische kern, met zijn oude koloniale huizen, ligt rondom een groot rond meer met een park tussen het water en de huizen. Aan de rand van het meer zitten een stel fraaie eenden.

Men is druk doende om het in de kerstsferen te zetten. Een deel van de huizen is gerestaureerd en een deel moet nog. Mooi wonen daar.

Vanaf DeFuniak Springs wordt het ‘functioneel’ fietsen naar Marianna. De US 90 is grotendeels aangelegd op een verhoging zodat bij overstromingen de weg begaanbaar blijft. Dat maakt het wat minder geschikt om even te stoppen voor een fotootje. Er is niet veel verkeer en het wegdek is onlangs opnieuw geasfalteerd. Dat fietst heel prettig. Hier en daar zijn ze bezig aan de weg en moeten we wat tussen de oranje pilonnen slalommen.

De omgeving is moerasachtig afgewisseld met koeien in de wei. Ook zien we velden met bloeiende katoenplanten.

We passeren plaatsjes als Ponce de Leon, Westville en Cottondale. Ze zien er haveloos uit. Huizen die wel bewoond zijn, maar niet erg bewoonbaar tonen. Dit past niet bij het beeld dat wij vooraf hadden van Florida: bungalow’s, palmen en golfbanen. Hier in de ‘panhandle’ lijkt het een hard bestaan.

Al met al fietsen we als een speer, gemiddeld 18 km/uur. De heuvels zijn wat minder aanwezig. Af en toe miezert het en moet de regenjas aan, maar grotendeels blijft het droog. De zon zien we niet.

Het venijn zit in de staart. Tien mijl voor Marianna houdt de shoulder op. Dat wil zeggen, het wegdek is gefreesd. Hierop is het erg lastig fietsen; het stuitert vreselijk.

Zodra er geen verkeer is gaan we op het gladde asfalt er naast fietsen. Het is continu in je spiegel kijken en bij opkomend verkeer de stuiterende shoulder op. We komen mooi op tijd aan in Marianna, Johan heeft onderweg al een campingplaats gereserveerd op het ‘Florida Caverns State Park’. Google wijst ons de weg: we komen via een dirtroad aan de achterkant het State Park binnen.

Het is een groot park en voordat we uiteindelijk ingecheckt zijn en op onze campingplaats zijn, hebben we 7 km extra gefietst. Dat brengt ons op een record van 107 kilometer vandaag, dat dan weer wel. Het park lijkt ons erg mooi. Morgen eerst even rondkijken en een kleine hike maken. We hoeven pas om 13 uur uit te checken. Daarna weer de US 90 op.

Regen

Of het nu een staartje is van Rafael, of de lucht is zo verzadigd dat het water er niet meer in past. Vandaag hebben we regen. Als we de gordijnen open doen spatten de druppels van het wegdek omhoog. Op de plaatselijke buienradar lijkt het minder hard te gaan regenen. Na het ontbijt is het inderdaad aan het miezeren. Inpakken en wegwezen dan maar. We zijn het terrein van het hotel nog niet af of het gaat al weer harder regenen. Via de stoepen van hwy FL 285 rijden we Niceville uit. Bij de grens van het dorp stopt de stoep en zijn we weer aangewezen op de smalle vluchtstrook. De FL 285 gaat door het gebied van Eglin AFB, dwars door de bossen en er zijn geen voorzieningen. Het zicht is slecht. Even schiet de gedachte door me heen dat we beter in het hotel hadden kunnen blijven. Maar ja, een maal op weg keren we niet meer om. We doen de fel knipperende rode achterlamp aan. Ondertussen scheuren de auto’s op volle snelheid voorbij en zijn we binnen de kortste keren doorweekt van de regen en het opspattende water. Gelukkig is het bijna 25 graden, koud worden we niet.

Na 20 km komen we bij de afslag van de Bob Sikes Road. Een voormalig congreslid, die de grondlegger is van de legerbasis. Die weg gaat ook weer door het bos van de basis. Langs de kant hangen bordjes dat we het naastliggende terrein niet mogen betreden. Af en toe is er een afslag naar een test base.

Daar zien we niets van, alleen een zandpad dat achter de bomen verdwijnt. In de verte zien we een hond lopen. Blijken we in een ‘dog hunting area’ te rijden. Onze kuiten zijn al sappig genoeg, daar hoeft geen hond meer aan te hangen. Als we bijna van de basis af zijn worden we nog gewaarschuwd voor laag overvliegende vliegtuigen.

Blijkt er nog een vliegveld te liggen. De startbaan is van rode aarde. Dat zie je dan wel weer goed vanuit de lucht tussen al die groene bomen. De Bob Sikes Road eindigt in De Funiak Springs. Het einde van onze op een na laatste kaart en voor ons vandaag het einde van de rit. Morgen beginnen we met de nieuwe kaart en hopelijk wat minder nattigheid.

Eglin AFB

Tot gisteren heb ik nog nooit van Eglin AFB gehoord. Het blijkt de grootste vliegbasis ter wereld te zijn. AFB staat voor Air Force Base. We krijgen de tip van een van onze volgers die aangeeft dat we er vlak langs komen. Dat is een wat ruim begrip. De basis is groter dan de provincie Utrecht. In Crestview bevinden wij ons ten Noorden van de basis. Op de basis is een interessant museum, waar veel oude vliegtuigen staan opgesteld. Uiteraard ligt het museum helemaal naar het zuiden, richting de Gulf. We gaan van onze route, de Southern Tier, af en bepalen onze route met Google Maps. Gewoonlijk gaat dit wel goed. In militair gebied komt de route-aanduider met een mooie fietsroute over rustige wegen. Alleen is geen rekening gehouden met verplichte toegangspas van de plaatselijke krijgsmacht en de ondergrond van de route is zand. Door deze beperkingen zijn we genoodzaakt op de enige toegangsweg hwy85 naar het zuiden te fietsen. Op zich met een smalle shoulder te doen. Floridianen zijn minder bezorgd om fietsers en scheuren vlak langs ons. De voorgeschreven drie feet afstand houden doen ze zeker niet. En daarnaast wordt er ook gewaarschuwd voor beren langs de snelweg. 

Met wind opzij schieten we lekker op en na twee uur fietsen komen we bij het United States Air Force Armament Museum. Het is gratis toegankelijk.

Ik vraag waar we tijdens ons bezoek zolang de fietsen veilig kunnen neerzetten. Het verbijsterende antwoord is dat het niet mogelijk is. De tassen aan de fiets hebben een potentieel gevaarlijke inhoud. We mogen de fietsen niet onbeheerd achter laten en dus kan maar een van ons tweeën het museum in en de ander moet bij de fietsen blijven. Als we de fietsen onbeheerd achter laten wordt de security ingeschakeld, krijgen we als waarschuwing mee. Dat op hetzelfde moment ongeveer vijftig auto’s, met potentieel gevaarlijke inhoud, onbeheerd op het parkeerterrein staan maakt niet uit. Ze hebben hier echt geen idee wat ze met fietsers aan moeten. We mogen wel met de fiets aan de hand langs de vliegtuigen lopen. Het zal de eerste keer wel zijn dat de Blackbird samen met een fiets wordt gefotografeerd.

Voor ons fietsers is de Stratojet interessant. Deze heeft een ‘bicycle arrangement landing gear’ omdat de vleugels te zwak zijn voor een landingsgestel zijn deze in lijn onder de body geplaatst.
Op de basis is ook een camping, daar mogen we alleen kamperen als we een vergunning op papier hebben. Deze is vijftien kilometer verder in Niceville te verkrijgen. Nu moeten we wel die kant op, maar we zijn niet gek en gaan niet meer terug. We zijn vroeg in Niceville en lopen nog even langs de jachthaven met wat leuke bootjes. Achter een boot hangen vier motoren van 400 pk, die volgens het stickertje op de zijkant gelukkig wel emissie-arm zijn.

Langs de Turkey Creek in het dorp is nog een leuke boardwalk. We zoeken nog naar wat beesten in het water, maar komen niet verder dan een schildpad. Een fietskunstenaar heeft de reling gebruikt om deze te versieren met wat onderdelen.

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2024 Trap voor trap

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑

Translate »