Trap voor trap

Fietsen voorbij de horizon

Pagina 2 van 18

Tegenwind

Het heeft licht gevroren vannacht. De daken zijn wit en de wind komt krachtig uit het noorden. De gevoelstemperatuur is -5 graden. We pakken ons dik in. We rijden het hotel terrein af en Ariane roept dat ze een lekke band heeft. In de kou staan blauwbekken heeft geen zin. We halen het sleutelpasje van het hotel weer op en maken nog een tijdje gebruik van de kamer. Met zoveel kleding aan, als een opgestopte kalkoen, plof ik haast uit elkaar. Eerst de kleding maar uit en dan aan het werk. De schuldige van de lekke band is weer een stukje ijzerdraad. Dit keer zo verborgen in de buitenband dat deze niet is te verwijderen. ik doe de reserve buitenband om de velg. Het is een gravelband. Kijken hoe dat gaat.

Vanaf het hotel mogen we meteen de brug op, over de Pee Dee River. Door de hoogte van de brug zien we niet dat er achter een nog hogere brug ligt die over Waccamaw River gaat. Er staat een straffe wind boven op de brug en de reling is niet hoog. Ik houd stuur maar met beide handen vast tot ik van de brug af ben. We zijn dan op de schiereilanden tussen de Atlantic Intercoastal Waterway en de Atlantische Oceaan. Dit is een groot vakantieparadijs. Eerst komen we langs vier golfbanen, zoals de Heritage Club. Golfen is hier overigens geen ongevaarlijke sport.

Langs al deze banen ligt een fantastisch geasfalteerd fietspad. Prima om te fietsen. Totdat we er achter komen dat het niet voor ons is bedoeld. Het is een rijbaan voor golfkarretje of ‘carts’ zoals ze die hier noemen.

Even later komen we op het echte fietspad, wat verboden is voor carts. Die kunnen er ook niet rijden. De boomwortels hebben het asfalt flink omhoog gedrukt. Ik wil dat ik een fully bij me heb.

We passeren weer veel private woonwijken, sommige afgesloten, andere nog wel toegankelijk. Ook weer met fraaie namen als Blue Haven, Temptation Plantation of Avian Forest. Dat is wel sjiek wonen.

We doen weer een stukje US 17 en passeren plaatsen als Murrells Inlet, Garden City Beach en Surfsite Beach. De plaatsjes lopen in elkaar over. Alleen aan de staat van het asfalt en de ruimte die er voor fietsers is merk je de overgang van de dorpsgrens. Als we Myrtle Beach bereiken kunnen we af slaan naar Sunset Boulevard. De stad is wel vijftien kilometer lang.

Sunset Boulevard

De hele kust is volgebouwd met vakantieappartementen. Veel staat te huur. Er is een permanente kermis die dicht is.

We zien bijna geen mensen op straat. De zon schijn, maar de koude wind maakt het onaangenaam om buiten te zijn. Het maakt zo een troosteloze indruk, maar dat hebben we bij Scheveningen in de regen ook wel gezien. Bijzonder is wel dat bijna om de honderd meter een opgang is naar het strand. Deze is vrij toegankelijk. We nemen even een kijkje. Ook daar is niemand te zien.

De wind heeft alle energie uit het lijf gewaaid. We stoppen er vroeg mee. Morgen nog een dagje met tegenwind.

Functioneel fietsen

Voordat we vertrekken nemen we afscheid van de ‘meneer van het ontbijt’. Hij heeft voor ons een calorierijk ontbijt gemaakt en bij de wafflemaker mij uitgehoord over onze reis.

De ‘shoulder’ is breed genoeg voor een fiets. Let ook op de rumble-stripes.

Vandaag is het op papier een beetje saaie etappe. We moeten in ieder geval zo’n 100 km afleggen. Een kortere afstand is gezien het ontbreken van slaapgelegenheid niet mogelijk. Beetje functioneel fietsen eigenlijk. Voor het donker wordt van A naar B. We starten op de voor ons bekende hwy 17. Ondanks de maandagochtend is er niet heel veel verkeer. De ‘shoulder’ is breed genoeg voor een fiets. Na 30 km tegen de koude wind in trappen kunnen we er af. We maken een aantal lussen over de back roads waarna we na iedere lus weer een aantal kilometers op de hwy 17 verder fietsen. We slaan een grote lus door het Francis Marion National Forrest over. Dat scheelt 20 kilometer omrijden.

De backroads zijn mooi om op te fietsen. Veel bos wat afgewisseld wordt door wetland en grasland. We zien herfstkleuren en in de berm paddestoelen.

Achter eindeloos lange witte hekken liggen boerderijen, landhuizen of stoeterijen. We zien een aantal aanduidingen van plantages. Deze plantages zijn ‘private’ en gelegen aan de rivier. Vanaf de weg zie je alleen een hek met daarachter een enorme oprit.

We moeten de hwy 17 weer op anders kunnen we niet over twee grote rivieren die heel origineel South Santee River en North Santee River zijn genoemd. Tussen de rivieren ligt een groot stuk wetland, erg mooi.

South Santee River
North Santee River

We hebben bijna 100 km afgelegd wanneer Georgetown in zicht komt. Dat wil zeggen, er steekt een brug hoog boven het wegdek uit. Ik prop eerst nog een paar koekjes naar binnen voordat ik die brug op ga. Na 100 km tegen de wind in trappen zijn de benen niet meer zo soepel. Na de koekjes wordt de hindernis genomen. Vanaf de brug kijk je over Georgetown. Dat is een grauwe bedoeling. Er staan een paar grote staalfabrieken aan het water. Eveneens ligt veel troep langs de weg en zijn er wegwerkzaamheden. Wanneer we daar voorbij zijn, buigt de route af door historic downtown. We rijden door een tunnel van eikenbomen met mooie koloniale huizen aan de straatkant. Maar we zijn te moe om nog foto’s te maken. Eind van de middag zijn we bij het hotel, daar is het heerlijk warm. Het café verder op heeft heerlijke pizza’s en lekker bier. Dat is altijd lekker, zeker na een dagje functioneel fietsen.

Over heel veel rivieren

Het is weer fris. Vanuit onze motelkamer zitten we binnen 20 meter op de route. En direct steken we de Edisto River over. De vierbaans snelweg zonder vluchtstrook, zelfs geen strookje van 30 centimeter, is geen pretje. Er is niet veel verkeer op de weg. Alle auto’s wijken keurig uit naar de linker baan. Ik ben verbaasd dat er zo weinig auto’s zijn. Ik ben in de veronderstelling dat het maandag is in plaats van zondag. Wel een teken dat de reis mijn hoofd leeg maakt.

Al snel kunnen we van de US 17 af en rijden over de Old Jacksonboro Road het achterland in. De spoorbaan ligt er naast, waar een mega lange goederentrein over heen dendert. En andere kant van de weg zien we weer ondergelopen land en bos. Met een lekker vaartje, vanwege de wind in de rug, schieten we aardig op. We steken de Stono River en een aantal onbekende kreken over. Na ruim 40 kilometer komen we eindelijk bij Rantowles op de US 17 uit. Bij de splitsing is een benzinestation. Bij Cirkel K hebben ze heerlijke verse aardbeien donuts met Colombian coffee. Daar zijn we dan wel aan toe. 

Ook nu is het weer een kilometer of vijf over de snelweg, nu wel met een stukje vluchtstrook van een halve meter. We komen op de West Ashley Greenway, een voormalig spoorbaan dwars door de wetlands  en later door  de buitenwijken van Charleston. Van de wetlands kan ik geen genoeg krijgen. Prachtige vergezichten met sterk stromend water door opkomend of afnemend tij. De vele vogels die er zijn en de leuke steigertjes die de bewoners vanuit hun tuin naar het water hebben.

Via de oude spoorbaan rijden we zo naar de brug over de Ashley River en rijden we het centrum van Charleston in. Eerst over een betonnen fietspad als een soort boardwalk onder een paar viaducten door.

En daarna langs de Low Battery en High Battery. Een wandel promenade langs de historische verdedigingszeewering van de stad.

We komen dan uit bij de pier en hebben een prachtig uitzicht op de baai met daarin Fort Summer en aan de overkant het vliegdekschip Yorktown.

Om een beetje uit te komen met de rustplaatsen gaan we nog een stukje verder. Weer mogen we een brug over, de Arthur Ravenel Jr. Bridge. Dit is echt een hoge van 67 meter over de Cooper River naar Mount Pleasant. De containerschepen kunnen er makkelijk onder door. 

Het is al laat in de middag. We gaan nog een stukje langs de kust, steken twee keer de Conch Creek over. Via een kunststof boardwalk gaan we nog even naar het strand.

Ook komen we twee keer over de Atlantic Intercoastal Waterway. Een stelsel van kanalen en wateren bij de kust van de Atlantische oceaan. Het is bevaarbaar zonder de gevaren van de open zee. En het is ook een prachtige plaats om aan te wonen, maar dat kan niet anders als het Mount Pleasant heet.

Koud

Een koudegolf teistert de USA. In Erie is al een meter sneeuw gevallen en ook diep in het zuiden wordt nachtvorst verwacht. Wat ongebruikelijk is voor deze regio. Wij moeten het er maar mee doen. Diep onder uit de tas diepen we wat winterkleding, zoals handschoenen, een lange broek en een buff op. Weken lang hebben we grappen gemaakt over het teveel aan kleding dat we bij ons hebben. Nu is alle kleding welkom. Laag voor laag pakken we ons in, om bij een temperatuur net boven het vriespunt op pad te gaan. De zon schijnt fel en de wind is, zoals gebruikelijk, tegen. Dat maakt het voor het gevoel nog kouder.

De fietstocht start plezierig. We kunnen de koude spieren warm fietsen op de Spanish Moss Trail. Een voormalig spoorbaantraject van 19 kilometer. Mooi om de instructies te zien bij de start van het pad. Overigens is de route gesloten van zonsondergang tot zonsopkomst.

Het had anders een mooie gelegenheid geweest voor de militairen van de Marine Corps Air Station, dat aan het fietspad ligt, om van het fietspad gebruik te maken. Bijvoorbeeld als ze ‘s avonds gaan stappen.

Het is vandaag meer af dan op de US 17. We maken van deze hoofdroute alleen gebruik om wat rivieren over te steken. Daarna slaan we weer af om door bosrijk en waterrijk gebied een tijdje later weer op de US 17 uit te komen. De herfstkleuren zijn prachtig. Het is heerlijk rustig rijden en wel wat kilometers om, maar dat hebben we er voor over.

Het stuk dat we wel op de highway rijden is erbarmelijk slecht. Er lig veel gruis en andere rotzooi wat het fietsen zwaar maakt. Ik vraag me niet af of ik een lekke band krijg, maar wanneer. En jawel, we zijn net afgeslagen naar White Hall Road, en mijn achterwiel begint te zwabberen. Ik pluk drie stukken ijzerdraad uit mijn band. Gelukkig staan we in het zonnetje en is het rustig op deze weg. Dat repareert toch wat aangenamer.

Na het middaguur is de temperatuur wat opgelopen. De eerste laag kleding kan worden afgepeld. We komen aan in Jacksonboro, ergens halverwege Beaufort en Charleston. Er is maar een motel net buiten het dorp. Wat ouderwets, met houten wanden. Er is plaats en de kachel is al voor ons aangezet. Heerlijk.

Vannacht gaat het vriezen. Wij zitten warm en morgen nog maar een extra laagje aan. Ik heb nog een regenpak.

Naar South Carolina

Het is nog erg rustig wanneer we Savannah uitrijden. Men ligt de kalkoen nog te verteren denk ik. We rijden langs het spoor en voordat we er erg in hebben komen we in het havengebied met de container overslag.

Tot mijn verbazing heet het daar Garden City. Op onze reis heb ik nog niets troostelozers gezien vanwege de afwezigheid van struikjes , bomen en plantjes. Binnen no time komen er vanuit alle richtingen vrachtwagens met of zonder containers. Weg rust.

Was het eerst alleen een bewolkte lucht, inmiddels regent het ook. We hebben onvervalste waterkou, dat is nieuw op deze reis. Ik krijg het maar niet warm en het wordt tijd voor een maillot, extra jas, regenbroek, regenjas en schoenhoezen. Vervolgens rijden we langs een tankstation en de inwendige mens wordt bijgetankt met koffie en een muffin. We spreken een Zwitsers echtpaar die ook gek zijn van fietsen, mevrouw is al een keer met haar zoon naar China gefietst. Daarna heb ik het lekker warm.

We fietsen in een lekker tempo, er is bijna geen wind. We laten alle containers en kranen achter ons en steken vervolgens respectievelijk de Savannah River, de Middle River en Little Back River over. Die laatste blijkt ook de grens met South Carolina te zijn. De rivieren lopen door de wetlands. Ik noem het ‘swampieland’. Deze blijven we mooi vinden. Er is het Savanna Wildlife Revuge, we schuilen daar even onder een informatie hokje en bekijken de posters over de flora en fauna. Het past niet in ons schema en het weer is prut maar het lijkt ons heel mooi om een paar hiking trails af te lopen.

We rijden vanaf Savannah al op de hwy 170. Op een gegeven moment komt de hwy 17 erbij. Daarmee wordt het een stuk drukker. Inmiddels is men op koopjesjacht gezien Black Friday. Het wegdek is slecht en de shoulder smal. Het verkeer raast in vier rijen langs ons heen en mijn oren gaan suizen.

Bij Okatie lunchen we onder het afdak van een voormalig tankstation. Even energie verzamelen voordat we de Broad River gaan oversteken. Over deze rivier loopt de Edward Burton Rogers Bridge. Deze is bijna drie kilometer lang. We zijn blij met de mooie brede vluchtstrook en we genieten van het mooie uitzicht over de immense rivier en de wetlands ernaast. We zien een groep pelikanen op visjacht en jawel… we zien bij hen ook twee dolfijnen meezwemmen. Zo’n mooi gezicht! Helaas is het te gevaarlijk om foto’s te maken vanaf de brug. 

We snijden een stukje van de route af. Via de hwy 21 rijden we naar Beaufort. Achter ons motel is een mooi stuk wetland met een uitloper van de rivier erdoor. Prachtig wanneer de zon onder gaat. Morgen weer verder in South Carolina.

Thanksgiving

Na onze wandeling aan de riverfront zijn we het over eens dat Savannah een leuke stad is. Vanochtend doen we eerst wat boodschappen op de fiets. Supermarkten zijn niet te vinden in het historische centrum. Het is ongewoon stil op straat. De Amerikanen hebben een lang weekend vanwege Thanksgiving. Heel veel winkels en restaurants zijn vandaag gesloten. Onze hofleverancier General Dollar is gelukkig wel open. We slaan wat magnetron maaltijden in. Komen we vanavond niet om van de honger. 

Daarna gaan we pleintjes verkennen. Deze zijn allemaal in kerstsfeer versierd. In 1800 had Oglethorpe de visionaire gedachte om het centrum geometrisch op te bouwen.

Om de vier straten werd op de kruising een vierkant plein ontworpen, met veel groen, bomen en vaak een standbeeld. Het geeft het centrum een prachtige sfeer.

Vanaf het gemeentehuis lopen we over vijf van deze pleinen naar het Forsyth Park met daarin de prachtige Forsyth Park Fountain. Er klink applaus als iemand bij de fountain zijn vriendin ten huwelijk vraagt.

Iets verderop in het park staat een standbeeld uit de tijd van de confederatie. Eerst heette het Confederate Monument, maar is in 2017 hernoemd tot Civil War Monument. Als ik een foto maak wordt ik daarop aangesproken door Erica. Veel van deze standbeelden zijn al verwijderd uit het straatbeeld in het zuiden, maar Savannah is nog niet zo ver. Op deze manier blijft het verleden verheerlijkt worden, aldus Erica. Waarbij onwetende toeristen door het maken van foto’s en het daarna weergeven op hun socials daar aan mee werken.

Een van de parken is het Colonial Park Cemetery. Daar liggen strijders uit de Amerikaanse vrijheidsstrijd rond 1776. De stenen zijn nauwelijks te lezen, verweerd als ze zijn. Na 1853 is er niemand meer begraven.

We kunnen het niet laten en lopen ook nog even langs de waterfront. Daar staat wat achteraf het standbeeld ter herinnering aan het slavernijverleden. Gisteren had ik het niet gezien. Ik vind het indrukwekkend, zeker na het gesprek met Erica.

Bijna alles is gesloten tijdens Thanksgiving, maar het Savannah Historic Theatre, dat aan Chippewa Square ligt, is open. Een prachtig oud theater, met veel rood pluche. Daar wordt de musical Elf gespeeld. We kopen kaartjes en genieten van de voorstelling. Heerlijk over de top en vol overgave gespeeld. Niet iedereen viert Thanksgiving, want het theater zit vol.

Morgen is het Black Friday, dan zal het wel drukker zijn op straat.

Naar Savannah

Het is mistig als we vanochtend de deur achter ons dicht doen. Een extra knipperlicht achter op de fiets en onze gele jassen moeten ons zichtbaar maken voor het achteropkomende verkeer. Het hotel ligt aan de hwy 17 en we zijn gelijk op de route.

Het fietspad ligt tussen de doorgetrokken strepen. Het stuk rechts daarvan is waarschijnlijk voor voetgangers.

Savannah is de eindbestemming vandaag en we moeten de eerste 40 kilometer langs deze weg fietsen. We hebben de wind in de rug en dat schiet lekker op. Hoe dichter we bij Savannah komen, des te drukker het wordt.

Zo’n 13 kilometer na de koffiestop bij Richmond Hill, loopt Ariane haar achterband leeg. Binnen no time rijdt ze op haar velg. Dat is niet goed, gelukkig is er een Mobil tankstation in de buurt. Daar lopen we naar toe en kan ik, ongehinderd door het verkeer, er een nieuwe binnenband inzetten. Een klein stukje ijzerdraad is de boosdoener. Deze stukjes zijn afkomstig van kapotte autobanden, die hier volop langs de wegen liggen.

Aan de rand van Savannah vinden we een parkje waar we onze boterhammen eten.

Vanaf daar rijden we via de buitenwijken het centrum van Savannah binnen. 

Het groene fietspad ligt deze keer links van de weg.

Het is een erg mooie plaats, heel parkachtig met nog veel koloniale huizen. We komen langs de Chippewa Square of zoeken hem eigenlijk op. Bij dit mooie pleintje (in het historic district zijn er 22) is de ‘bank scene’ uit Forrest Gump opgenomen (1994). Sindsdien stoppen alle toeristen trolleys, riksja’s en koetsjes bij het pleintje. De beroemde bank staat er niet. De bank is alleen voor de opnames daar neer gezet en staat nu in het Savannah Historic Museum. Zo zie je maar….

Ons hotel ligt in het Historic District, vlakbij de Riverfront. We zijn er al op tijd. Na een douche en een beetje installeren gaan we nog naar de waterkant. Daar blijkt het een drukke maar gezellige boel. De oude pakhuizen zijn omgebouwd tot hotels, appartementen, winkeltjes en heel veel restaurants en bars. Er is eveneens kerstmarkt.

We kuieren op ons gemak tussen alle glitter en etenswaren. Een klein voordeel, we kunnen niets meenemen want er is geen ruimte in de fietstassen. Wel gaat een lang vervulde wens in vervulling. We zien Santa! 


US 17

Het is stukken warmer dan gisteren. De lange broek kan in de tas blijven. Onze route volgt de US 17. We zijn nog maar net onderweg of we doen onze eerste stop. We bezoeken de Hofwyl-Broadfield Plantation, gesticht in 1806. Eerst werd er rijst verbouwd op 7000 acres (= 2832 ha).

Toen de productie niet meer rendabel was ging men over op het houden van melkkoeien. De oude groepstal is nog intact. Mooi om te zien dat deze net als de moderne stallen aan de zijkant open is. In tegenstelling tot onze groepstal staan de  koeien met de kop naar de buitenkant gericht.

De tractor, een Farmall Cub, heeft het stuur mooi in de midden. Daardoor is de motor niet centraal geplaatst. Op het terrein staan prachtige oude eiken.

We nemen een kijkje bij de oude rijstvelden, maar die zijn volledig verwilderd en zijn nu een schuilplaats voor alligators.

Na het bezoek zijn de beentjes al wat stijf en kost het moeite om weer op gang te komen. Om niet de hele dag op de US 17 te rijden buigen we af naar hwy 99. Via de plaatsjes Ashantilly, Ridgeville, Carnigan, Meridian en Cressent komen we bij Eulonia weer op US 17.

We rijden langs de wetlands en door de bossen. Mooi die afwisseling.

Bij de bruggen over de riviertjes staat telkens een vermelding dat men op moet passen voor fietsers op de brug. Als we op weg rijden is die vermelding er nooit, terwijl de vluchtstrook op de brug veel breder is dan het richeltje op de weg. We proberen het te snappen, maar de logica ontgaat ons. 

Bij een kerstbomen boerderij houden we even een korte break. De verkoop begint vrijdag na Thanksgiving. De bomen zien er prachtig van vorm uit. De eigenaar komt net langs rijden en verteld dat de bomen vier keer per jaar worden getrimd. Prijs per boom: $ 10 per feet.

Bij South Newport zien we het kleinste kerkje van Amerika. Er zijn 12 zitplaatsen voor de bezoekers. Gelukkig staat er niet op het bord dat het de kerk de kleinste van de wereld is. In Drumheller, Canada hebben we jaren geleden een kerkje gezien met maar 8 zitplaatsen. Je kan niet altijd de ‘greatest’ zijn.

Als we naar de lucht kijken zien we donkere wolken boven ons samen trekken en we hebben nog 25 kilometer te gaan. Dan maar geen pauze en doorfietsen. We wijken niet meer af van de US 17 en zijn net op tijd onder dak, voordat het begint te regen.

Satilla Basin

We rijden wat verder van de kust. We gaan om het getijde gebied van de East River en Satilla Basin heen, omdat er geen wegen zijn. We zijn vroeg op pad en in tegenstelling tot Ariane heb ik nog geen handschoenen en lange broek aan. Niet slim, want het is ‘shrinking cold’.

Morgenochtend maar een laagje extra aan. We steken eerst de Crooked River over en genieten van het prachtige uitzicht over de wetlands.

Net voordat we Woodbine inrijden verlaten we de US 17 en komen we op een voormalige spoorbaan uit die is omgetoverd tot fietspad, compleet met bankjes er langs en een sanitair gebouwtje.

Als we het fietspad verder door rijden komen we bij een brug/boardwalk over de Satilla River. Tot onze verrassing stopt de boardwalk halverwege boven de rivier. Dat soort grappen halen ze wel vaker uit, die Amerikanen.

Naast de boardwalk is een brug voor het overige verkeer die wel helemaal over de rivier heen gaat. We komen daar via een prachtig aangelegde boardwalk langs de oever van de rivier, onder de brug door, om aan de goede kant weer op de weg te komen.

Het is een fantastisch natuurgebied waarin verschillende vogels voorkomen zoals de White Ibis, Black-Crowned Night-Herons, Green Herons en Great Egrets. Het is ook het leefgebied van de Eastern Indigo Snake, de langste slang in de Verenigde Staten.

We komen op een rustige lange rechte weg door het bos. Er zijn geen huizen en daardoor bijna geen auto’s, totdat met gillende, en dan ook echt gillende sirenes een ambulance en vier brandweerauto’s voorbij komen racen. Even later keert de rust weer en komen drie brandweerauto’s in terug rijden. Niks aan de hand dus. De rust duurt niet lang. Even later zien we iemand met een verlengde cirkelzaag de bomen snoeien. Dan kunnen de overhangende takken niet op de elektriciteitsdraden vallen.

Wanneer we de Little Satilla River oversteken zien we een mooie picknickplaats onder bij de brug. We keren om en houden een tijdje rust aan de oever van de rivier. Het is een zogenaamde black river. Dat heeft te maken met de zuurgraad en de samenstelling van de mineralen in het water. In het water is dan ook niets te zien.

Little Satilla River

Een echtpaar uit New Hampshire houdt er ook even pauze. Ze zijn nieuwsgierig naar onze avonturen en ik wil graag van hun weten hoe zij hier terecht zijn gekomen. Het blijkt dat zij hier nog een tweede huis hebben op de Golden Isles, hier in de buurt. Daar verblijven ze in de winter. Op mijn vraag of zij de zogenaamde ‘snowbirds’ zijn betrekt het gezicht van mijnheer. Hij antwoord bevestigend maar wil liever niet zo genoemd worden. Bij de oever ligt weer veel afval. Het echtpaar geeft aan dat het deze keer niet is neergegooid. Het is verzameld door jongeren die meededen aan een soort HALT-programma.

Het stel verteld ook dat Brunswick niet ver meer is, nog een mijl of 20 te gaan dus.

We hebben nog een rivier te overbruggen. De Turtle River ligt aan de noordzijde van Satilla Basin. Via hwy 303 is de kortste weg, maar die brug heeft geen vluchtstrook. Dat voelt niet prettig aan het begin van het spitsuur.

Dan maar iets omrijden via US 17 naar de Joseph B. Mercer Bridge. Dat is wel echt een brug. We fietsen op zeeniveau en gaan naar 65 meter hoogte over de rivier. Komen we na een dagje vlak fietsen langs Satilla Basin toch nog aan onze hoogtemeters.

Naar Georgia

We verlaten de Sunshine State. Met de zon in de rug en warme jas aan fietsen we naar Mayport. Daar is de ferry die ons de St Johns River over moet zetten.

De ferry gaat ieder half uur en is net vertrokken als wij aankomen. We kijken een beetje rond bij veerhaven. De rivier stroomt als een gek. De veerboot wordt helemaal weggezet wanneer hij aankomt. Even lijkt het of hij de steiger niet zal halen maar het is niet het eerste ‘ritje’ van de schipper. Feilloos komt de ferry op zijn plaats.

Aan de overkant ligt Talbot Island. Het is er verrassend mooi. Daar loopt een netwerk van kreken vanuit de rivier het land in en vanwege de open verbinding met de oceaan is het een getijden gebied. Het heeft wel een beetje van de wadden; erg mooi!

We zien de nodige vissers die lekker op hun vrije zondag een hengel uitgooien. Mooie visstekjes! We zien de nodige vogels. Inmiddels kennen we de witte reiger, bruine pelikaan en ibissen. 

Er is een State Park op het eiland. Voor de bezoekers is er een mooi fietspad aangelegd. Het is fijn fietsen op dat pad en er wordt flink gebruik van gemaakt.

We verlaten het eiland over een lange brug, ook weer met prachtig uitzicht, en komen op Amelia Island. Ook daar zien we prachtige natuur en kunnen op een mooi fietspad rijden.

We slaan af richting het noordwesten, meer landinwaarts. We rijden door bosachtig gebied en vervolgens door de buitenwijken van Yulee. Deze wijken zien er goed uit. Sommigen zijn ommuurd, anderen hebben gladgeschoren grasmatten en een fontein bij de ingang. We willen gaan lunchen maar kunnen nergens een bankje of zo vinden. Dan gaan we maar op een van de prachtige grasmatten zitten met onze boterhammen. 

Vanuit Yulee rijden we een groot stuk over hwy17 richting Kingsland. Onderweg steken we de St Marys river over. Het is de grens tussen Florida en Georgia en we hebben daar onze fotoshoot. Om half vier komen we aan in Kingsland en hebben dan 85 km gereden. We gaan de beentjes rust geven en nog wat fietsregels bestuderen. Morgen kijken we verder in Georgia.

« Oudere berichten Nieuwere berichten »

© 2025 Trap voor trap

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑

Translate »