We houden onze stop bij een oude loopbrug in Buchanan. Het oude bruggetje loopt over de James River. Dezelfde rivier waar we de eerste dag van onze tocht langs reden. We hebben net onze calorieënbom en cola achter de kiezen en breken ons picknickplaats op. Er stopt er een motorrijder vlak naast ons. Hij draagt een zwarte helm, zwart vizier, mouwloos spijkerjasje en flink wat tattoo’s. En niet te vergeten een lange ringbaard. Hij heeft net vier dollar gevonden en vraagt of die van ons zijn. ‘Nee wij zijn niks kwijt, maar we kunnen het wel gebruiken’ antwoord ik. ‘Het is ook niet van mij’ antwoordt de motorrijder. Hij drukt de vier dollar in mijn hand, geeft gas en rijd weg. Welkom in Amerika!
Vandaag maken we een kort ritje omdat er op de route maar een overnachtingsplaats is. Dan kunnen we ook wel later weg, zeggen we tegen elkaar. Uitslapen is ook wel eens lekker. Dat is niet slim. Tegen twaalf uur zijn we net over de helft. En de temperatuur loopt op tot tegen de 30 graden. Daarbij loopt weg de laatste 20 km vals plat omhoog. Troutville is dan verder dan je denkt.
De weg is weer prachtig. Hij loopt door een brede vallei, met naast ons de spoorlijn en een smalle rivier. We komen een gigantische goederentrein tegen en even later springt een ree vlak voor onze fietsen over de weg.
In Troutville (431 inwoners volgens de kaart) slapen we in het Town Park. Onder een overkapping staan wat picknicktafels. Daarnaast zetten we onze tent op.
Alles is gratis, er is zelfs stroom voor onze apparatuur. En wassen is mogelijk bij een wastafel in het invalidentoilet. Een klein minpuntje is de spoorbaan die vlak achter het park ligt. Even afwachten hoeveel goederentreinen er vannacht langs komen.
En…
Geef een reactie