Gisterenavond zitten we bij vijfentwintig graden in het donker te lezen aan de picknicktafel in het bos. Internet doet het niet in het State Park, dus we hebben tijd over. Opeens begint het te regenen en hals over kop pakken we de spullen in en gooien de tassen onder de zijvakken van de tent. Om een uur, het is nog broeierig warm, wordt ik wakker omdat een van de tassen omvalt. Ik draai me om en even later valt er nog een tas. Dat is mij te verdacht. Ik kruip uit de tent en sta oog in oog met een wasbeer. Die heeft ons eten geroken en een voortas ligt al twee meter van de tent. Het beest blijft op veilige afstand en ik breng de tassen in veiligheid door ze naar het afgesloten sanitairhok te brengen. Op de campingplaats ontbreken de gebruikelijke ophanghaken. Als we willen ontbijten blijkt toch al het brood en een honeybun te zijn verdwenen. We verdelen de overgebleven honeybun en gaan op pad. We starten met mooi weer.

We zijn nog niet ver en hebben al trek. Gelukkig zijn er veel Waffle Houses in deze omgeving. Het zit bijna vol en we nemen plaats aan de twee overgebleven stoelen. Een van de gasten en zijn maat willen alles van onze reis weten en laten ons daarna rustig van het ontbijt genieten. Over politiek wordt niet gesproken. Als ze vertrekken en buiten langs het raam lopen tikt een van hen tegen het bonnetje: ons ontbijt is al betaald! Het moet niet gekker worden. 

Buiten is de lichte motregen over gegaan is een flinke bui. De nattigheid komt loodrecht naar beneden, maar blijft warm. We zijn weer eens op hwy 90 beland. Het is weer 30 km over de vluchtstrook naar de volgende plaats Grand Bay. De spoorbaan ligt vlak naast de weg en we zien een stukje afgebrand bos. Deze keer, voor Amerikaanse begrippen, is de shoulder keurig schoon. Zal je altijd zien: wekenlang rijd ik door allerlei rommel en nu loopt halverwege mijn voorband leeg. Er zit een kleine jaap in de buitenland. In de druilerige regen wissel ik snel de binnenband, ondertussen krijg ik het opspattende water van voorbijrijdende vrachtauto’s over mij heen.

En we gaan weer verder richting de grens met Alabama. Vlak voor de grens loopt de band weer leeg. We zoeken aan de overkant van de weg een portiek van een vervallen, leegstand pand op. Dan staan we in ieder geval droog. Het verwisselen van de band gaat dan makkelijker. Als we net klaar zijn en nog wat cola drinken stuiven er vier auto’s van de sheriff van Mobile County achter elkaar het terrein op. Ze komen in een halve cirkel om ons heen staan en de sheriffs stappen met de hand op hun holster uit. Daarna ontspannen zij zich en zien twee doorweekte onschuldige fietsers staan. Zij excuseren zich en vertellen dat zij een melding van poging tot inbraak hebben gekregen van een oplettende burger. Vandaar deze actie. Welcome in Sweet Home Alabama!

Ondertussen blijft het warme water naar beneden vallen. We moeten nog beslissen welke kant we op gaan. Naar de Dauphin Island in het zuiden of een meer Noordelijke route via Mobile. Met het oog op komende hurricane Rafael geen onbelangrijke keuze. We houden het vlak bij de afslag voor gezien. Kunnen we tot morgenochtend afwachten wat we doen.