Vanuit Silver City is het 44 mijl rijden naar Gila Cliff Dwellings, een National Monument. Het is van de route af, maar wordt sterk aanbevolen.

We worden gewaarschuwd dat het twee uur rijden is. Ha, ha, normaal doen we ongeveer 60 mijl per uur. De waarschuwing klopt. Over een smalle bergweg door het bos (?) van Gila National Forest, waar eigenlijk geen twee auto’s langs elkaar kunnen, sturen we van haarspeldbocht naar zig-zag bocht. Het wordt mistig en de temperatuur daalt naar 4 graden. De mist stinkt. Het blijkt de rook te zijn van een gecontroleerde bosbrand. Over meer dan 10 mijl blijft het door de rook zorgvuldig manoeuvreren. De weg gaat met forse percentages op en neer en na twee uur hebben we er 2200 hoogtemeters bij.

We komen aan het eind van de weg bij een ranger die ons gebied alleen water mee te nemen op een hike van 1,5 uur. Ze willen er geen rotzooi. Op het hele terrein staan ook geen vuilnisbakken. ‘Pick it in, pick it out’ is het motto. Het is 7 graden en de lucht is zo fris als tijdens de wintersport. Wat een verademing na de hitte van de woestijn. We lopen over een trail, waar we niet vanaf mogen wijken. Als waarschuwing krijgen we mee dat er ratelslangen langs het pad zijn gesignaleerd. Dat helpt wel om er niet van af te stappen voor een originele foto. Na een flinke klim komen we 200 meter hoger bij klifwoningen van de Mongollon stam. Deze zijn rond 1300 gebouwd in de natuurlijke inhammen van de berg. Indrukwekkend wat deze indianen hebben gebouwd op deze plaats. Onbekend is waarom zij na 25 jaar zijn vertrokken. Waarschijnlijk heeft het met een lange droge periode te maken gehad.


Naar de Dwellings toe rijden betekent ook weer terug rijden. We nemen een iets andere route via hwy NM 35, net zo kronkelig, net iets breder en 10 mijl langer.

We rijden door de San Lorenzo vallei. Tegen de bergruggen krijgen de bomen hun eerste herfstkleuren. Wat een mooi gezicht. En we gaan weer klimmen en kronkelen. Dit keer over de Emory Pass op 2469 meter hoogte. Voor zover we weten is dit het hoogste punt van de reis. Daarna is het feest van het bos voorbij.

We keren terug in de woestijn en volgen de Rio Grande. Je kan merken dat er meer water is. Er wordt aan landbouw gedaan, zoals verbouw van pepers en katoen. Bij Hatch zijn enorme plantages Pecanbomen. De velden waar deze bomen in staan staan zelfs onder water. Uiteindelijk komen we via hwy 187 en 185 in Radium Springs. Het heeft zijn naam te danken aan deze stof die in het bronwater werd aangetroffen. Wij dachten nog even dat het met lokale kernproeven te maken had. In het Leasburg Dam State Park slaan we ons kampement op. Dit keer slapen we in de woestijn. Nu maar hopen dat de ratelslangen niet om onze tent kronkelen.