De regenwolken zijn helemaal weggetrokken vannacht. We rijden weg in een lekker zonnetje. Wel is de wind gedraaid naar het Noorden. We moeten een trui en jas er bij aan want het is ook beduidend koeler geworden. We fietsen naar Tallahassee, dit blijkt de hoofdstad van Florida te zijn. Veel verkeer in eerste instantie maar dan worden we over de campus geleid van de Florida State University. Deze staat in de top 25 van grootste universiteiten in de VS. De campus is vrijwel autovrij en het is er leuk fietsen tussen de studenten en gebouwen. Vanaf de campus fietsen we wat zigzaggend door verschillende stadsdelen richting het ‘Goodwood Museum and Gardens’. Dit is een voormalige plantage die te bezichtigen is. Deze is 190 jaar geleden gebouwd buiten de stad met 1000 hectare mais, katoen, tabak. Later werd dat zelfs 4000 hectare aan gewassen. De laatste decennia heeft de stad zich er omheen gebouwd. De plantage is bewaard gebleven en verhuurt zich ook voor bruiloften en andere feesten.

We komen om 9.45 uur het terrein op fietsen. Voordat we deze gestald hebben worden we welkom geheten door Bill, de gids/vrijwilliger die vandaag ‘dienst’ heeft. We zijn welkom voor de rondleiding van 10 uur. We blijken ook de enige bezoekers op dat moment en krijgen een privé rondleiding door twee gidsen. Ze weten beiden heel veel en wij kunnen vragen wat we willen. We horen alles over de voormalige eigenaren en hun families maar ook over de tot slaaf gemaakten.

Erg leuk om door het mooie huis te lopen. De gids is erg trots op alles wat er in ‘staat en hangt’ en terecht ook wel. Om twaalf uur ‘mogen’ we er weer uit.

Dat is een klein nadeel van de gidsen/vrijwilligers die we tot nu toe tegen komen in dit land; ze horen zichzelf ook erg graag praten en nemen er dus de tijd voor.

Inmiddels hebben we trek (we hebben door al die cultuur onze second breakfast overgeslagen) en gaan picknicken op het daar voor bedoelde veldje. Na de boterhammen moet er weer gefietst worden. We moeten eerst de stad uitkomen. Dat gaat grotendeels over de stoep.

Wanneer we de stad uit zijn kunnen we over kleine binnenwegen naar de camping fietsen. Het is wel wat doortrappen willen we er voor donker zijn. De heuvels zijn er weer, maar we hebben gunstiger wind.

Om half zes zijn we bij de camping. Daar breekt de standaard af van Ariane haar fiets. Beide bouten zijn doormidden. Een kan ik verwijderen en vervangen. Ik heb reserve boutjes bij mij. De andere blijft halverwege steken en krijg ik met geen mogelijkheid los bij gebrek aan gereedschap. De camping ligt ten zuidwesten van Monticello, op het platteland. De interstate 10 ligt op nog geen 100 meter van onze camping vandaan en we horen continu het geraas van het verkeer. Naast ons staat een afdakje waar we kunnen koken en daarnaast staat een tent waar niemand is.  Later op de avond, het is allang donker komt er een pickup baar de tent rijden.

Het zijn twee jagers, Chris en Robert. We kletsen de hele avond met hen. Zij zijn hier voor de hertenjacht. Een van hen heeft 40 jaar geleden bijna dezelfde fietstocht gemaakt als wij. Eveneens heeft hij lang een fietsenzaak gehad. Hij heeft ook niet het juiste gereedschap bij zich om het boutje te verwijderen. Dan is er genoeg te kletsen, en niet alleen over plantages.

Lamp voor gas en electriciteit