
Mooi op tijd, na een berucht ontbijt (slappe koffie, piepschuimen bordjes en plastic bestek) in het motel, zijn we weer ‘on the road’. We duiken de woestijn weer in en zijn blij met onze airco in de auto. Het kwik loopt al snel op naar 37 graden. Vrolijk pratend volgen we de lange, wel heel erg rechte weg door de woestijn.

De weg golft door het landschap, met bij de ‘dip’ een waarschuwing voor mogelijke overstromingen. Daar vermaken we ons over, alsof we pinguïns op de Noordpool zouden zien.

Na 20 km zullen we bij de eerste bezienswaardigheid langs komen, een oude brug over de Colorado rivier, die te slecht is voor gebruik. Het duurt wel erg lang voor dat we de brug zien. Er is ook nog geen rivier te zien. Na bestudering van de kaart blijken we een klein afslagje te hebben gemist. We zijn bijna bij Vidal Junction op hwy 95, 50 mijl te ver rijden betekent ook weer 50 mijl terug. We zijn lekker bezig.

In de woestijn zien we op een enkele vogel na geen dieren. Vlak voor Oatman wordt de weg geblokkeerd door een stel ezels. Het waarschuwingsbord volgt pas een halve mijl later. Het blijkt een locale attractie. De beesten gaan dwars op de weg staan en bedelen dan om voer.

Plat rijden is ook zo wat. Al hoewel we later op de dag bij Roadkill Café eten en die hebben als motto: ‘you kill it, we grill it’.

Na Oatman verandert het landschap. Nog steeds woestijn, maar nu door de bergen. Fantastisch om via een kronkelige weg over de Sittgreaves Pass te trekken. Onderweg komen we langs Hackberry General Store. Alles wat er aan Route 66 snuisterijen te koop is, is daar te verkrijgen.

Geheel in stijl slapen we vannacht in Historic Route 66 Motel en al heb ik het beest niet geschoten of plat gereden, ik heb voor het eerst in mijn leven eland gegeten. En we zijn na 400 km rijden nog steeds niet uit de woestijn.

Geef een reactie